Theoretisch kader | Onderzoeksvraag & deelvragen

Het beantwoorden van een hoofdvraag kan niet in één keer. Voordat ik mijn onderzoek ga uitvoeren heb ik eerst deelvragen opgesteld, die mij hopelijk steeds een stukje verder naar het antwoord op mijn onderzoeksvraag gaan leiden. In mijn verslag wil ik de sprookjes van Charles Perrault en Jacob & Wilhelm Grimm naast elkaar gaan leggen. Daarbij hoop ik enkele verschillen en/of verbanden te ontdekken. Uiteindelijk zou ik graag onderzoeken hoe een lezer de verschillende versies van de sprookjes interpreteert.

Dat brengt me bij de al eerder genoemde onderzoeksvraag:

In welke mate hebben de aanpassingen die Jacob en Wilhelm Grimm op de sprookjes van Charles Perrault gedaan hebben, invloed op de interpretatie van de lezer?

Deze onderzoeksvraag wil ik beantwoorden aan de hand van een viertal deelvragen, die mij en u als lezer, een stukje dichterbij het antwoord achter de onderzoeksvraag zullen brengen:

• Wat is de oorsprong van Assepoester en Roodkapje?

In dit deel wil ik beide sprookjes introduceren, door enkele feiten over de oorsprong van beide verhalen te beschrijven.

• Wat zijn de inhoudelijke verschillen tussen Assepoester en Roodkapje van Charles Perrault en de gebroeders Grimm?

In dit deel probeer ik antwoord op deze deelvraag te vinden door het doen van vergelijkend literatuuronderzoek.

• Hoe speelden Charles Perrault en de gebroeders Grimm met de moraal van de sprookjes en hoe is deze veranderd?

In dit deel onderzoek ik de (verandering van de) moraal in beide sprookjes.

• Hoe interpreteren mensen de verschillende versies van de sprookjes van Charles Perrault en de gebroeders Grimm?

Deze laatste deelvraag vormt het experimenteel onderzoek van mijn profielwerkstuk.

Het formuleren van een hoofdvraag bleek best lastig te zijn: je kunt niet zomaar beschrijven wat je in je hoofd hebt zitten, maar het onderwerp moet duidelijk afgebakend en beschreven worden. Bovendien viel me op dat opgepast moet worden voor 'vage' woorden als invloed (wat is de invloed van...), omdat invloed niet altijd direct meetbaar is. Voor mij was dat best een struikelpuntje: als ik invloed van iets onderzoek, wat onderzoek ik dan precies? Invloed waarop? Invloed van wat? Deze vragen hebben er dan ook voor gezorgd dat ik mijn onderzoeksvraag een aantal keer veranderd heb. Het idee blijft hetzelfde, maar de formulering moet helder zijn, en is daarom erg belangrijk!

Nu ik een hele tijd bezig ben geweest met het theoretisch kader denk ik dat dit één van de fundamenten van mijn werkstuk vormt. Er wordt wel eens gezegd: een goed begin is het halve werk, en in het geval van een profielwerkstuk geloof ik zeker dat daar een grote bron van waarheid in zit. Om goed onderzoek neer te zetten moet je weten wat je doel is en waar je mee bezig bent. Je moet je goed ingelezen hebben, en al enig verstand van zaken hebben. 'Zomaar' beginnen zit er zeker niet in. De tijd die je kwijt bent voor je aan het daadwerkelijke onderzoek zelf kunt beginnen is belangrijk, en vandaag blijkt maar weer dat dat voorwerk inderdaad een boel tijd kost. Gelukkig ben ik erg graag bezig met mijn profielwerkstuk.